“Het is fijn om weer een eigen plek te hebben”
Hij moest vluchten uit Syrië. Sinds twee jaar woont Louay Alsamara (40) met zijn kinderen Sarah (12) en Gabi (10) in Linschoten. ‘Ik leerde mezelf Nederlands praten.’
Ik ben dankbaar voor alle kansen die we krijgen
“Stamppot is vast gezond maar de Hollandse pot vind ik nog niet zo lekker”
‘Het eerste jaar hier was moeilijk. Iedereen in Linschoten kent elkaar. Ze waren niet gewend aan buitenlanders en wij komen natuurlijk uit een heel andere cultuur. De kinderen voelden zich soms eenzaam. Nu spreken ze de taal beter, hebben ze vriendjes en vriendinnetjes. Binnenkort geeft mijn dochter zelfs een slaapfeestje met allemaal vriendinnen. We kennen nu bijna iedereen in het dorp. Er wonen hier veel lieve mensen. Ik ben actief in de kerk en draai bardiensten bij de voetbalclub. We voelen ons hier thuis. Vier jaar geleden zat er voor mij niets anders op dan vluchten. Omdat ik christen ben, werd ik in Syrië bedreigd. Ook moest ik het leger in en dat wilde ik niet. Ik had het goed daar, maar moest alles achterlaten. Na twee jaar liet ik mijn gezin overkomen. Mijn vrouw kwam alleen hierheen om te scheiden, daarna ging ze terug naar haar geboorteland Irak. Nu woon ik hier met de kinderen. We zijn hier een nieuw leven begonnen. Ik ben dankbaar voor alle kansen die we krijgen.’
Pannenkoeken ‘Het was erg wennen voor ons in Nederland. In Syrië ga je onverwacht bij elkaar op bezoek, hier moet je altijd eerst een afspraak maken. Verder doe je in Syrië alles met je familie – en die hebben we hier niet. Dat is best moeilijk. Toch heb ik nu een soort Nederlandse moeder. Haar ontmoette ik in Woerden, toen ik een tijd in de Stadspoort woonde met andere statushouders. Ze is een lieve vrouw die me met van alles helpt. Sarah en Gabi krijgen zakgeld van haar en ze regelt soms kaartjes voor de dierentuin. Ze heeft drie dochters en noemt mij haar zoon. De kinderen zeggen oma tegen haar. Ik ben heel blij met haar, we knuffelen elkaar als ze langskomt. Veel dingen zijn hier beter dan in Syrië. De natuur vind ik bijvoorbeeld prachtig. Nederlanders hebben meer respect voor de natuur en dieren dan Syriërs. De Hollandse keuken vind ik nog niet zo lekker. Stamppot is denk ik wel gezonder dan de Syrische gerechten die ik graag maak. De kinderen zijn trouwens dol op pannenkoeken.’

We kennen nu bijna iedereen in het dorp en voelen ons hier thuis
Geen hond, wel vissen ‘Aangekomen in Nederland woonde ik eerst in een tentenkamp bij Nijmegen. Daarna kwam ik in een asielzoekerscentrum terecht. Het is zo fijn om nu een eigen plek te hebben. Ons huis is alles voor ons. Voor de kinderen ging een droom in vervulling: een huis met een tuin en een zolder. Hun andere droom is een hond, al zie ik dat niet zo zitten. In plaats daarvan hebben we een aquarium met vissen.
De muren en meubels in ons huis zijn donker. Mijn dochter vroeg laatst: “Papa, waarom is ons huis zo donker?” “Omdat ik van donkere kleuren houd”, antwoordde ik. Misschien is het ook een reactie op wat ik allemaal heb meegemaakt. Nu heb ik de hal in een lichte kleur geschilderd. Ik heb prettige buren. Mijn kinderen maken soms best lawaai, toch krijg ik nooit klachten. Een keer zag ik de buurvrouw mijn ramen lappen. Ik dacht dat ze zich vergiste in het huis, maar ze deed het omdat het burendag was. Lief toch?’


“Een huis met een tuin én een zolder: de kinderen waren dolblij”
Diploma’s ‘Ik hoor soms dat ik al goed Nederlands spreek. Dat heb ik mezelf aangeleerd. Het ging snel omdat ik vaak met andere mensen praat. Nu ik de taal ken, ben ik ook aan het werk. Een tijdje was ik conciërge op een school. Nu werk ik parttime bij Elektro Internationaal in Woerden.
Ik vind het moeilijk dat mijn techniekdiploma uit Syrië hier niet geldig is. In Syrië kijken ze vooral naar ervaring, in Nederland naar diploma’s. Ooit wil ik hier mijn techniekdiploma halen. Nu heb ik er nog geen tijd voor omdat ik veel thuis wil zijn voor de kinderen.’

GroenWest in 2017
We werken aan nieuwe vormen van huurdersbetrokkenheid. Met de uitnodiging ‘Kom aan tafel’ drinken we koffie met bewoners in verschillende complexen om te horen wat hen bezighoudt.